De voorbije legislatuur werd getekend door een aantal politieke ‘affaires’ die het beeld voedden van een stad die wordt geleid door een select groepje van intimi. Voor CD&V is het essentieel dat we daaruit lessen trekken voor de volgende legislatuur. Onze stedelijke samenleving én de politiek is gebaat bij meer transparantie, want de toekomst van Gent bepalen, dat doen we samen. Een meer open beleidscultuur is noodzakelijk om het vertrouwen van de burgers in de beleidsvoerders te herstellen.
Die te gesloten beleidscultuur kwam bovendien niet enkel naar voren in de kwesties die veel media-aandacht trokken, maar blijkt structureel. In tal van dossiers, van het mobiliteitsplan tot de ontwikkeling van de Ecowijk Gentbrugge of de inrichting van Muide-Meulestede, telkens opnieuw werden de Gentenaars onvoldoende betrokken bij de opmaak van de plannen, waardoor – terecht – veel protest ontstond. Het participatieve beleid waar het huidige stadsbestuur prat op gaat, reikt in vele gevallen niet dieper dan de oppervlakte.
Wat wil CD&V?
Wij kiezen principieel voor opbouw van onderuit, bij de opmaak én bij de uitrol van het beleid. Uiteraard moet de bevolking voldoende geïnformeerd worden. Informatie is immers noodzakelijk voor participatie en burgerbetrokkenheid. Maar in tweede instantie moet voorzien worden in grondige consultatie van de Gentenaars. Mensen informeren en mensen inspraak geven zijn immers twee verschillende dingen. De burgerinitiatieven die zich op tijdelijke, projectmatige of structurele wijze organiseren hebben daarin uiteraard een plaats, maar het is van essentieel belang dat ook minder mondige groepen een stem krijgen. We denken daarbij aan kinderen en jongeren en Gentenaars met een migratieachtergrond, maar ook aan senioren en aan mensen in armoede, waar isolement en vereenzaming een groeiend probleem is. Het middenveld speelt daarin voor ons een belangrijke rol. Ook moet wie geen toegang heeft tot internet, alternatieven aangereikt krijgen om zijn stem te laten horen.
Participatie en ‘co-creatie’ zijn de voorbije jaren te veel een zaak geweest van de jonge, blanke middenklasse in onze stad. Gent is veel meer dan dat, en alle Gentenaars hebben het recht om mee vorm te geven aan onze stad. Dat vergt een participatiebeleid dat veel proactiever en gerichter optreedt dan nu het geval is. CD&V Gent kiest voor een bestuursstijl waarbinnen burgers en overheid meer partners worden door experimenten op te zetten, in samenwerking met het lokale verenigingsleven.
CD&V Gent pleit voor de invoering van een overlegplatform per stadsdeel. Dat overlegplatform wordt mee begeleid door de wijkregisseur en wordt door het stadsbestuur geconsulteerd inzake dossiers die betrekking hebben op het stadsdeel in kwestie. Het overlegplatform heeft een adviserende bevoegdheid die niet bindend is.
Met gerichte communicatie, zowel digitaal als analoog, willen we Gentenaars die dat wensen op de hoogte brengen van politieke besluitvorming die hun buurt aanbelangt, opdat ze die besluitvorming op de voet kunnen volgen en hun stem kunnen laten horen. Zo nodigen we hen uit naar besprekingen in de gemeenteraad(scommissies) om kennis te nemen van de standpunten van de politieke fracties die daar zijn vertegenwoordigd.
Om dat proactieve participatiebeleid uit te dragen, verder vorm te geven en te coördineren, pleiten we voor de aanstelling van een participatieambtenaar. Ook willen we invoeren dat bij alle grote dossiers (stadsontwikkelingsprojecten, RUP’s, beleidsplannen enzovoort) een ‘participatieplan’ aan de gemeenteraad ter goedkeuring moet worden voorgelegd waarin duidelijk wordt uiteengezet hoe de Gentenaars zullen worden betrokken bij de opmaak en de realisatie van de plannen.
Structurele participatie via de adviesraden moet in de volgende legislatuur worden versterkt door de samenstelling en de werking van elk van die adviesraden – uiteraard in nauw overleg met hun leden – te analyseren en bij te sturen.
Naast het informeren en betrekken van de Gentenaars, willen we dat er ook meer nadruk wordt gelegd op de verantwoording van beslist beleid. Je kan immers niet iedereen tevreden stellen, en na voldoende consultatie is het dan uiteindelijk aan de politieke gemandateerden om een beslissing te nemen. Maar daarna is het essentieel dat de genomen beslissing wordt toegelicht, en dat duidelijk wordt gemaakt waarom die keuze is gemaakt.